Veel gezinnen en opvoeders zijn sterk voorstander van mainstreaming van leerlingen met een verstandelijke beperking (ID, voorheen mentale retardatie). Mainstreaming betekent dat kinderen met een handicap in gewone klaslokalen worden geplaatst. Meestal krijgen ze ook extra ondersteuning. Mainstreaming stelt kinderen met een visuele beperking in staat onderwijs te volgen naast hun niet-gehandicapte medeleerlingen. De meeste leerlingen met een visuele handicap worden echter niet gemainstreamd. De meesten gaan naar scholen voor kinderen met speciale behoeften. Een minderheid krijgt thuis onderwijs.

Mainstreaming is een aantrekkelijke, inclusieve benadering. Het heeft zowel voor- als nadelen. Het belangrijkste voordeel van mainstreaming is dat het een natuurlijke, levensechte omgeving biedt. In zo’n omgeving worden belangrijke levensvaardigheden aangeleerd.

Een gewone klas heeft verschillende voordelen van real-world learning. Ten eerste biedt mainstreaming veel lonende mogelijkheden voor socialisatie. Veel kinderen met ID hebben ontoereikende sociale vaardigheden. Deze sociale beperkingen belemmeren uiteindelijk hun succes in het leven. Het is logisch dat sociale vaardigheden alleen in een sociale omgeving kunnen worden aangeleerd en verworven. Een gewone klas biedt het ideale sociale klimaat. Leerlingen met aandoeningen als Prader-Willie syndroom, Fragiele X syndroom en Down syndroom kunnen bijvoorbeeld uitstekende sociale vaardigheden ontwikkelen door sociale imitatie. Deze leerlingen hebben echt baat bij het observeren en imiteren van hun medeleerlingen in een gewone klas.

Ten tweede, mainstreaming stelt alle kinderen bloot aan diversiteit. Dergelijke diversiteit komt men van nature tegen in de echte wereld. Of een kind nu een ID heeft of niet, uiteindelijk zullen kinderen in hun leven veel verschillende mensen ontmoeten. Sommige mensen zullen uit dezelfde cultuur en met dezelfde achtergrond komen. Andere mensen zullen dat niet zijn. Een schoolomgeving is de ideale omgeving om deze verschillen op te merken en zich eraan aan te passen. Deze voorbereiding op de echte wereld is voordelig. Het bevordert het vermogen om menselijke diversiteit te omarmen. Deze vaardigheden zijn van cruciaal belang voor het omgaan met collega’s en buren.

Ten derde kan mainstreaming in een reguliere klas leerlingen met een verstandelijke beperking inspireren en uitdagen om uit te blinken. Zonder voldoende uitdaging ontwikkelen en versterken mensen hun capaciteiten niet. Een traditionele klas biedt meer mogelijkheden voor deze uitdagende ervaringen.

However, mainstreaming is meer een filosofie van inclusie. Het is bedoeld om het grotere goed te bevorderen. Of dit ideaal ook wordt gerealiseerd, is een andere zaak. Naarmate de bezuinigingen op scholen toenemen, wordt van leraren gevraagd meer te doen met minder. Openbare scholen hebben moeite om adequaat onderwijs te bieden aan leerlingen zonder speciale behoeften. Budgettaire beperkingen maken het onrealistisch om te verwachten dat leerlingen met een ID in een gewone klas de aandacht krijgen die ze nodig hebben en verdienen. Bovendien zijn veel leerkrachten in gewone klassen niet opgeleid in gespecialiseerde onderwijstechnieken.

Sommigen beweren ook dat mainstreaming oneerlijk is voor gemiddelde leerlingen. Dit komt doordat de tijd en aandacht van de leerkrachten wordt besteed aan de kinderen die meer geïndividualiseerde instructie nodig hebben. De rest van de leerlingen moet dan maar voor zichzelf zorgen. Anderen beweren daarentegen dat gemiddelde leerlingen juist baat hebben bij het opnemen van kinderen met speciale behoeften. Het biedt deze meer gevorderde leerlingen mogelijkheden om les te geven en te coachen. Dit simuleert een meer natuurlijke omgeving voor iedereen.

Samenvattend, de beste onderwijssetting is de omgeving die een kind het beste helpt om de doelen van hun IEP te bereiken. Elk kind heeft verschillende doelen, mogelijkheden en behoeften. Er is niet één beste setting voor alle kinderen. Ouders en opvoeders moeten een realistische inschatting maken van de leeromgevingen en de middelen die in hun omgeving beschikbaar zijn. Dan kunnen zij een verstandige keuze maken die het best aansluit bij de behoeften en omstandigheden van het kind. Plaatsingsbeslissingen moeten regelmatig opnieuw worden geëvalueerd. De behoeften en omstandigheden van kinderen veranderen mettertijd.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg