Sinds vele jaren hebben dierentuinen watergrachten gebruikt om chimpansees, gorilla’s of orang-oetans in op te sluiten. Als apen zich in diep water waagden, verdronken ze vaak. Sommigen beweerden dat dit wees op een definitief verschil tussen mensen en apen: mensen genieten van het water en zijn in staat te leren zwemmen, terwijl apen liever op het droge blijven.

Maar het blijkt dat dit onderscheid niet absoluut is. Renato Bender, die aan de School voor Anatomische Wetenschappen van de Wits Universiteit werkt aan een doctoraat in de menselijke evolutie, en Nicole Bender, die als evolutionair arts en epidemioloog werkt aan het Instituut voor Sociale en Preventieve Geneeskunde van de Universiteit van Bern, hebben in de VS een chimpansee en een orang-oetan bestudeerd. Deze primaten werden door mensen opgevoed en verzorgd en hebben leren zwemmen en duiken.

‘We waren uiterst verbaasd toen de chimpansee Cooper herhaaldelijk in een zwembad in Missouri dook en zich zeer op zijn gemak leek te voelen,’ zei Renato Bender.

Om te voorkomen dat de chimpansee zou verdrinken, spanden de onderzoekers twee touwen over het diepste gedeelte van het zwembad. Cooper raakte onmiddellijk geïnteresseerd in de touwen en na een paar minuten begon hij in het twee meter diepe water te duiken om voorwerpen op de bodem van het zwembad op te rapen. Het was zeer verrassend gedrag voor een dier waarvan gedacht wordt dat het erg bang is voor water,’ zei Renato Bender. Enkele weken later begon Cooper aan de oppervlakte van het water te zwemmen.

De orang-oetan Suryia, die werd gefilmd in een particuliere dierentuin in South Carolina, bezit ook dit zeldzame zwem- en duikvermogen. Suryia kan vrij zwemmen tot twaalf meter.

Beide dieren gebruiken een beenbeweging die lijkt op de menselijke schoolslag ‘kikkertrap’. Terwijl Cooper de achterpoten synchroon beweegt, beweegt Suryia ze afwisselend. De onderzoekers denken dat deze zwemstijl het gevolg kan zijn van een oeroude aanpassing aan een leven in de bomen. De meeste zoogdieren gebruiken de zogenaamde hond-paddel, een wijze van voortbewegen die zij instinctief toepassen. Mensen en apen daarentegen moeten leren zwemmen. De in bomen levende voorouders van de mensapen hadden minder gelegenheid om zich op de grond voort te bewegen. Zij ontwikkelden dus alternatieve strategieën om riviertjes over te steken, door rechtop te waden of natuurlijke bruggen te gebruiken. Zij verloren het instinct om te zwemmen. Ook de mens, die nauw verwant is aan de mensapen, zwemt niet instinctief. Maar in tegenstelling tot apen voelen mensen zich aangetrokken tot water en kunnen ze leren zwemmen en duiken.

‘Het gedrag van de mensapen in het water is in de antropologie grotendeels verwaarloosd. Dat is een van de redenen waarom zwemmen bij mensapen nooit eerder wetenschappelijk is beschreven, hoewel deze dieren voor het overige zeer grondig zijn bestudeerd. We hebben wel andere goed gedocumenteerde gevallen van zwemmende en duikende apen gevonden, maar Cooper en Suryia zijn de enigen die we hebben kunnen filmen. We weten nog steeds niet wanneer de voorouders van de mens begonnen regelmatig te zwemmen en te duiken,’ zei Nicole Bender.

‘Deze kwestie krijgt steeds meer aandacht in het onderzoek. Er valt nog veel te onderzoeken,’ zei Renato Bender.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg