Tijdens de presidentsverkiezingen van 1888 bleven de tarieven een zeer belangrijk onderwerp, aangezien de Democraten unaniem president Grover Cleveland herverkiesbaar stelden en de Republikeinen senator Benjamin Harrison uit Indiana nomineerden. Clevelands argument om de tarieven drastisch te verlagen en zijn stellingname tegen pensioenen uit de burgeroorlog en opgeblazen valuta maakten hem impopulair bij veteranen en boeren, ook al behield hij veel steun in de zuidelijke en grensstaten. Bovendien brak er een crisis uit voor de Democraten toen de Britse ambassadeur Lord Lionel Sackville Cleveland steunde onder de schuilnaam Charles Murchison, wat de anti-Britse stemming aanwakkerde. Ondertussen kreeg Harrison te maken met het schandaal van de penningmeester van de Republikeinse Nationale Conventie, W. W. Dudley, die een brief schreef aan Republikeinse arbeiders met daarin instructies voor het omkopen van kiezers in de staat Indiana. Op 6 november 1888 werd Benjamin Harrison de derde president die de popular vote verloor maar het kiescollege won en daarmee het presidentschap. Lees er meer over!