De naam zegt het al. Ze geloven dat ze alle juiste antwoorden hebben en weten wat het beste is voor iedereen. Het probleem is dat ze diep van binnen weten dat ze het echt niet allemaal weten; hun gedrag is een dekmantel voor hun gevoelens van ontoereikendheid. Ze doen alsof ze alles weten; gelijk hebben geeft hen een gevoel van bevestiging, waardoor hun gevoel van onveiligheid tijdelijk afneemt.

Know-It-Alls luisteren niet naar meningen van anderen en geven informatie of advies, of er nu om gevraagd wordt of niet. Hun zelfvoldane, superieure houding impliceert dat anderen dom, zwak en inferieur zijn; ze spreken met een toon van autoriteit, zelfs wanneer ze kwesties aansnijden die buiten hun expertise vallen. Weten-het-allemaal geniet ervan om te zeggen: “Ik zei het je toch!” als je hun advies niet opvolgt. Ze kunnen geen gelijk hebben zonder u ongelijk te geven, dus blijven ze volharden in hun know-it-all spel om een gevoel van macht te krijgen, zij het een valse macht.

Sommige Know-It-Alls zijn van nature perfectionisten en hebben veel talent te bieden; toch kunnen ze pronken met hun intelligentie en competentie, waardoor ze mensen afschrikken in het proces. Ze zijn soms zo in zichzelf gekeerd dat ze een reality check nodig hebben. Afhankelijk van uw rol of relatie met hen, zou u hen de ogen kunnen openen over hoe hun gedrag hun succes of positieve connecties in de weg staat.

Gebaseerd op het boek, “Get Along With Anyone, Anytime, Anywhere … 8 keys to creating enduring connections with customers, co-workers – even kids” door Arnold Sanow en Sandy Strauss, hier zijn 5 tips voor het omgaan met Know-It-Alls:

  1. Geef krediet aan hen wanneer ze gelijk hebben, maar weersta de verleiding om het in te wrijven wanneer ze het mis hebben.
  2. Disconteer ze niet, breng ze niet in diskrediet, of ga niet akkoord. Valideer eerst hun ideeën en introduceer dan je eigen ideeën: “Justin, dat is zeker een mogelijkheid. Hier is wat ik dacht”
  3. Als ze informatie leveren met een norse toon, vertel hen dan dat hun advies weliswaar leerzaam is, maar dat hun toon een afknapper is.
  4. Als je een ontvanger moet zijn van hun favoriete zin, “Ik zei het je toch!” reageer dan dat zo’n uitspraak niet productief is, en concentreer je op de gevolgen van zo’n opmerking.
  5. Als je je zorgen maakt over de geldigheid van wat ze zeggen, stel dan indringende vragen en controleer ook hun informatie om hen scherp te houden. Stel “wat als”-vragen om hun logica op de proef te stellen. Laat ze hun ergste scenario’s uitspelen om de legitimiteit van hun suggesties te controleren.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg