Er is een hoop te leren als je een carrière als apotheker technicus wilt. Werkzaamheden in de apotheek, wetten en ethiek zijn nog maar het begin. Je moet weten over het samenstellen en meten van medicijnen en hoe je infecties en kruisbesmettingen te voorkomen. U zult ook moeten vertrouwd raken met honderden behandeling en recept afkortingen. Bent u klaar om te beginnen? Bekijk onze lijst met belangrijke apotheekterminologie die u moet kennen.
Afkortingen voor behandeling en recept
1. aa -van elk; zoals in neem een van elk van deze pillen voor je naar bed gaat
2. AA -op de aangedane plek aanbrengen
3. a.c. -voor de maaltijd
4. p.c. -na de maaltijd
5. a.d. -rechter oor
6. a.s. -linker oor
7. a.u. -beide oren
8. ad lib. -zoveel als gewenst
9. amt. -hoeveelheid
10. APAP – acetaminophen; een pijnstiller, waarvan Tylenol een van de bekendste is
11. aq. -water; zoals in innemen met water
12. ATC -rond de klok; als in het verstrekken van medicijnen gedurende 24 uur met tussenpozen
13. bib. -drank
14. b.i.d. -tweemaal per dag
15. BP -bloeddruk
16. c. -met
17. d.c. -discountinue
18. dil. -dilute
19. disp. -dispense
20. div. -divide
21. et -en
22. fl. -fluid
23. g -gram
24. gal -gallon
25. gtt. -drop
26. h., hr., hor. -uur
27. h.s. -bij het slapen gaan
28. ID – intradermaal; als in intradermaal of door de huid toegediend
29. IM – intramusculair; als in intramusculair of via de spier toegediend
30. IN – intranasaal; als in intranasaal of via de neus toegediend
31. inf. – infusie; zoals wanneer geneesmiddelen niet-oraal worden toegediend, zoals intraveneus
32. inh. -inhalatie; zoals wanneer geneesmiddelen via inhalatoren worden toegediend
33. inj. -injectie
34. IV -intraveneus; zoals wanneer geneesmiddelen via aders worden toegediend
35. liq -vloeistof
36. max. -maximum
37. min. -minimum
38. neb. – vernevelaar; als in het apparaat waarmee inhalatiemedicijnen worden toegediend
39. o.d. -rechteroog
40. o.s. -linkeroog
41. o.u. -beide ogen
42. oint. -afspraak
43. OTC -over the counter; als in medicijnen die je zonder recept kunt kopen
44. p.o. -via de mond
45. p.r.n. -zoals nodig
46. q -elke
47. q12 -elke 12 uur
48. q1-2 -elke 1 tot 2 uur
49. q.o.d. -elke andere dag
50. q.a.m. -elke ochtend
51. q. d. -elke dag
52. q.h.s. -elke bedtijd
53. q.i.d. -vier maal per dag
54. q.p.m. -elke avond
55. q.w. -elke week
56. Rx -voorschrift
57. s. -zonder
58. w. -met
59. SC – subcutaan; zoals bij medicijnen die onder de huid worden toegediend via injectie of infuus
60. sig. -schrijven/etiket
61. SL – sublinguaal; zoals bij medicijnen die onder de tong worden toegediend
62. SOB -kortademigheid
63. soln. -oplossing
64. stat. -nu
65. syr. -syrup
66. tab. -tablet
67. t.i.d. -driemaal daags
68. top. -topisch; zoals in geneesmiddelen die topisch worden toegediend of rechtstreeks op het lichaam worden aangebracht
69. troch. – zuigtablet
70. u.d. -zoals voorgeschreven
71. w/f -met voedsel
72. X 10 d. -voor 10 dagen