Abrahams leven

Abrahams leven

Kaart van de plaatsen in Abrahams verhaal

Het verhaal van Abraham en zijn nakomelingen vinden we in het boek Genesis. We ontmoeten hem voor het eerst in Genesis hoofdstuk 11, hoewel zijn naam in dit stadium Abram is. Er zijn weinig biografische details over hem bekend, behalve dat hij een herder was en uit Ur in Mesopotamië – het huidige Irak – kwam, waarna hij en zijn familie met zijn vader Terah naar Haran verhuisden.

Dit is een polytheïstisch tijdperk, een tijd waarin mensen in vele goden geloofden en deze aanbaden. Toch beantwoordt Abram binnen deze sfeer de roep van God en het is hierdoor dat hij de realiteit van het bestaan van slechts één ware God aanvaardt en zich realiseert.

In de Joodse traditie die Midrasj wordt genoemd (een Hebreeuws woord dat ‘interpretatie’ betekent en betrekking heeft op de manier waarop lezingen of bijbelverzen worden begrepen), zijn er een aantal verhalen over Abraham die de afgoden van zijn vader verbrijzelt wanneer hij zich realiseert dat er slechts één God van hemel en aarde kan zijn. Het doet er niet toe of de verhalen waar zijn of niet. Zij erkennen dat Abraham de eerste persoon was die de ene God erkende en aanbad. En zo werd het monotheïsme geboren.

Aan het begin van Genesis hoofdstuk 12 vraagt God Abram om zijn huis en land te verlaten en doet hij Abram drie beloften: de belofte van een relatie met God, talrijke nakomelingen en land.

Ik zal u tot een groot volk maken
En Ik zal u zegenen;
Ik zal uw naam groot maken,
En u zult tot een zegen zijn
Ik zal zegenen wie u zegent,
En wie u vervloekt, zal Ik vervloeken;
En alle volken der aarde
zullen door u gezegend worden

Genesis 12:1-3

Het enige probleem is dat zowel Abram als zijn vrouw, Sarai (later Sarah genoemd), oude mensen en kinderloos zijn. Ze zullen hun vaderland moeten verlaten en ze weten niet eens wie die God is! Het lijkt een bijna onmogelijke reeks beloften voor God om na te komen. Maar het verbazingwekkende feit over Abram is dat hij doet wat hem gevraagd wordt. Er zijn geen tekenen of wonderen; hij heeft geen geschriften of tradities waaruit hij kan putten, dus moet Abram zijn vertrouwen stellen in deze naamloze God. Daarom is Abram de geschiedenis ingegaan als een man met een enorm geloof. Als gevolg van zijn gehoorzaamheid verandert God zijn naam in Abraham, wat ‘vader van het volk’ betekent.

De ultieme test voor Abrahams gehoorzaamheid komt echter in Genesis 22 wanneer hem gevraagd wordt zijn zoon te offeren door Sarah – Izaäk. God had beloofd dat Abrahams nakomelingen door Izaäk zouden komen, dus de mate van geloof die hij laat zien is verbazingwekkend. Abraham vertrouwt op God en neemt zijn zoon, zoals hem was opgedragen, mee de berg op. Op het allerlaatste moment komt God tussenbeide en spaart Izaäks leven door een ander dier (een ram) als offer te geven. De test is voltooid en God herhaalt nogmaals zijn beloften aan Abraham van land, nakomelingen en een persoonlijke relatie.

Volgens de Bijbel is Abraham de laatste kans van de mensheid om een relatie met God aan te gaan. Aan het begin van de Bijbel, in de scheppingsverhalen, zetten Adam en Eva een patroon van ongehoorzaamheid aan Gods geboden in gang dat wortel schiet. Zelfs na de grote zondvloed, waarbij alleen Noach werd gered, komt de mensheid opnieuw gevaarlijk dicht bij het vervreemden van zichzelf van hun schepper God. Zij bouwen de toren van Babel (Genesis 11), een toren die bijna tot aan de hemel lijkt door te breken en God grijpt opnieuw in en verstrooit de mensen over de aarde.

Veel geleerden geloven dat deze verhalen geschreven zijn om aan de mensen uit te leggen waarom de wereld is zoals hij is en waarom de mensen zijn zoals zij zijn. Wat is onze plaats in de wereld? Waarom sterven we? Ze gaan over vragen van leven en dood, in plaats van eenvoudigweg uitleg te geven over hoe de wereld geschapen is.

Aan het eind van Genesis 11 krijgen we een genealogie en wordt Abraham de nieuwe hoop waardoor God zal proberen een volk te scheppen dat volgens een bepaalde reeks waarden zal leven. Het belangrijke dat wij hier leren is de uniciteit van de verbondsrelatie tussen God en Abraham. Voor de eerste keer zien we het begin van een tweerichtingsrelatie: God doet iets voor Abraham, en Abraham doet iets voor God. De zegeningen van God worden doorgegeven van de ene generatie op de andere.

Het verhaal van Abraham gaat over gehoorzaamheid aan de wil van God – geen blinde gehoorzaamheid, want de Bijbelverhalen vertellen ons dat Abraham God vaak uitdaagde en vragen stelde. Maar uiteindelijk vertrouwde hij op deze God die zulke buitengewone beloften had gedaan en zo vormde hij een zeer speciale en persoonlijke relatie met God die, zo zullen gelovigen beweren, tot op de dag van vandaag voortduurt.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg