Ons lichaam bestaat uit miljoenen cellen die zuurstof en stoffen die energie leveren, zoals suiker en eiwitten, nodig hebben om te kunnen functioneren. Deze stoffen zitten in het bloed, en het cardiocirculatiesysteem is verantwoordelijk voor de distributie ervan door het lichaam.

Het bestaat in wezen uit het hart (het motororgaan), slagaders en aders.

Het hart is een pomp die met zijn stuwende werking de kracht levert die nodig is om het bloed en de stoffen die het vervoert goed door de aders en slagaders te laten circuleren. Bij elke slag pompt het hart een bepaalde hoeveelheid bloed in de dikste slagader (aorta) en via opeenvolgende vertakkingen die de aorta verlaten, bereikt het bloed het hele organisme. Nadat het bloed zuurstof en voedingsstoffen (eiwitten en suiker) aan de lichaamscellen heeft afgegeven, wordt het opgevangen in de aderen, die het terugvoeren naar het hart. Het hart heeft vier kamers of kamers: twee boezems en twee kamers. Bloed dat via de aderen naar het hart terugstroomt, komt in de rechterboezem (RA).

Vanuit de boezem gaat het bloed, via een klep die de tricuspidalisklep wordt genoemd, naar een andere kamer van het hart, de rechterhartkamer (RV), en van hieruit via de longslagader naar de longen, waar het de zuurstof opneemt die we tijdens het ademen opnemen.
Het zuurstofrijke bloed gaat via de longaders terug naar het hart, meer bepaald naar de linkerboezem (LA). Van daaruit bereikt het via de mitralisklep de linker hartkamer (LV), die de belangrijkste motor is die het bloed via de aorta naar de rest van het lichaam stuwt.

Het bloedvatenstelsel heeft een groot vermogen om zich aan te passen aan de verschillende behoeften van het organisme. Het volume bloed dat door het hart in rust wordt gepompt bedraagt ongeveer vijf liter per minuut. Maar dit cijfer kan tijdens de inspanning tot viermaal zo hoog worden, hoofdzakelijk door een toename van het aantal slagen per minuut.

Het hart is een spierorgaan (myocardium) en heeft, zoals alle spieren, zuurstof en voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren, die het, net als de rest van het lichaam, uit het bloed haalt. De kransslagaders lopen rond het buitenoppervlak van het hart en vormen een soort kroon (vandaar de naam), en vertakken zich van daaruit om de hele hartspier van bloed te voorzien.

De kransslagaders zijn er twee: rechts en links. De linker kransslagader splitst zich in twee grote takken: anterior descending en circumflex. We hebben dus drie grote slagaders: de rechter kransslagader, de voorste dalende slagader en de circumflex. De zuurstofbehoefte van de hartspier is niet altijd dezelfde. Wanneer het lichaam meer energie nodig heeft, reageert het hart op deze behoefte door zijn arbeid te verhogen. Deze toename verhoogt de zuurstofbehoefte van de hartspier zelf, waaraan wordt voldaan door een verhoogde bloedtoevoer via de kransslagaders.
Situaties waarin het lichaam, en dus ook het hart, meer zuurstof nodig heeft, kunnen variëren van lichamelijke inspanning, tot werk, tot een toestand van stress, naast andere omstandigheden.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg