Calorimeter, apparaat voor het meten van de warmte die wordt ontwikkeld tijdens een mechanische, elektrische of chemische reactie, en voor het berekenen van de warmtecapaciteit van materialen.
Calorimeters zijn in grote verscheidenheid ontworpen. Een veelgebruikt type, de zogeheten bomcalorimeter, bestaat in wezen uit een omhulsel waarin de reactie plaatsvindt, omgeven door een vloeistof, zoals water, die de warmte van de reactie absorbeert en daardoor in temperatuur toeneemt. Meting van deze temperatuurstijging en kennis van het gewicht en de warmte-eigenschappen van het vat en de vloeistof maken het mogelijk de totale hoeveelheid opgewekte warmte te berekenen.
Het ontwerp van een typische bomcalorimeter is weergegeven in de figuur. Het te analyseren materiaal wordt afgezet in een stalen reactievat dat bom wordt genoemd. De stalen bom wordt in een met water gevulde emmer geplaatst, die met behulp van een verwarmingselement en een roerder op een constante temperatuur ten opzichte van de hele calorimeter wordt gehouden. De temperatuur van het water wordt gecontroleerd met een thermometer die voorzien is van een vergroot oculair, waarmee nauwkeurige metingen kunnen worden verricht. Warmteverliezen worden geminimaliseerd door een luchtspleet aan te brengen tussen de emmer en een isolerende buitenmantel. Via gleuven aan de bovenkant van de stalen bom kunnen ontstekingsdraden en een zuurstoftoevoer het vat binnenkomen, die beide van cruciaal belang zijn voor het op gang brengen van de chemische reactie. Wanneer een elektrische stroom door de ontstekingsspiraal loopt, vindt een verbrandingsreactie plaats. De warmte die vrijkomt uit het monster wordt grotendeels geabsorbeerd door het water, wat resulteert in een temperatuurstijging. Bomcalorimeters zijn zover ontwikkeld dat de verbrandingswarmte van organische materialen kan worden gemeten met resultaten die binnen 0,01 procent reproduceerbaar zijn