Bewust zijn van wat uw kinderen online doen
Een kind kan op verschillende manieren betrokken raken bij cyberpesten. Een kind kan gepest worden, anderen pesten of getuige zijn van pesten. Ouders, leerkrachten en andere volwassenen zijn mogelijk niet op de hoogte van alle digitale media en apps die een kind gebruikt. Hoe meer digitale platforms een kind gebruikt, hoe meer mogelijkheden er zijn om te worden blootgesteld aan mogelijk cyberpesten.
Waarschuwingssignalen dat een kind wordt gecyberpest of anderen cyberpesten
Veel van de waarschuwingssignalen dat cyberpesten plaatsvindt, gebeuren rond het gebruik van het apparaat van een kind. Enkele waarschuwingssignalen dat een kind betrokken kan zijn bij cyberpesten zijn:
- Het gebruik van het apparaat, waaronder sms’jes, neemt toe of af.
- Een kind vertoont emotionele reacties (lachen, boosheid, overstuur) op wat er op zijn apparaat gebeurt.
- Een kind verbergt zijn scherm of apparaat als anderen in de buurt zijn, en vermijdt een gesprek over wat het op zijn apparaat doet.
- Sociale media-accounts worden afgesloten of er verschijnen nieuwe.
- Een kind begint sociale situaties te vermijden, zelfs situaties die in het verleden leuk waren.
- Een kind wordt teruggetrokken of depressief, of verliest interesse in mensen en activiteiten.
Wat te doen wanneer cyberpesten zich voordoet
Als u waarschuwingssignalen opmerkt dat een kind mogelijk betrokken is bij cyberpesten, onderneem dan stappen om het digitale gedrag van dat kind te onderzoeken. Cyberpesten is een vorm van pesten, en volwassenen moeten het op dezelfde manier aanpakken: steun het gepeste kind, pak het pestgedrag van een deelnemer aan en laat kinderen zien dat cyberpesten serieus wordt genomen. Omdat cyberpesten online gebeurt, vereist de aanpak ervan een andere aanpak. Als u denkt dat een kind betrokken is bij cyberpesten, zijn er verschillende dingen die u kunt doen:
- Opmerken – Herken of er een verandering in stemming of gedrag is opgetreden en ga na wat de oorzaak zou kunnen zijn. Probeer vast te stellen of deze veranderingen zich voordoen rond het gebruik van digitale apparaten door het kind.
- Praten – Stel vragen om te leren wat er gebeurt, hoe het is begonnen en wie erbij betrokken is.
- Documenteren – Houd bij wat er gebeurt en waar. Maak indien mogelijk screenshots van schadelijke berichten of inhoud. In de meeste wetten en beleidsregels wordt opgemerkt dat pesten een herhaald gedrag is, dus records helpen om het te documenteren.
- Meld – De meeste sociale-mediaplatforms en scholen hebben een duidelijk beleid en meldingsprocessen. Als een klasgenoot aan het cyberpesten is, meld dit dan aan de school. U kunt ook contact opnemen met apps of sociale-mediaplatforms om aanstootgevende inhoud te melden en deze te laten verwijderen. Als een kind fysieke bedreigingen heeft ontvangen, of als er mogelijk sprake is van een misdrijf of illegaal gedrag, meld dit dan bij de politie.
- Ondersteuning – Peers, mentoren en vertrouwde volwassenen kunnen soms publiekelijk ingrijpen om een situatie waarin negatieve of kwetsende inhoud over een kind wordt gepost, positief te beïnvloeden. Publiekelijk ingrijpen kan bestaan uit het plaatsen van positieve opmerkingen over de persoon die het doelwit is van pesterijen om te proberen het gesprek in een positieve richting te sturen. Het kan ook helpen om contact op te nemen met het kind dat pest en met het doelwit van het pesten om uw bezorgdheid te uiten. Probeer indien mogelijk te bepalen of er meer professionele ondersteuning nodig is voor de betrokkenen, zoals een gesprek met een begeleidingsadviseur of een geestelijke gezondheidswerker.