De eerste editie van Pride had een strikt reglement: Loop in een rechte lijn, draag professionele kleding en toon geen genegenheid voor een partner van hetzelfde geslacht. De Reminder marsen, die vanaf 1965 elke vierde juli in Philadelphia en Washington D.C. werden gehouden, werden zo genoemd omdat het publiek moest worden “herinnerd” aan de onderdrukking waar de homogemeenschap mee te maken had. Het doel was acceptatie te bewerkstelligen door te laten zien hoe onbedreigend LGBT-mensen waren voor de rest van de samenleving.
Maar in 1969 was 4 juli slechts een week nadat de politie van New York gasten had gearresteerd in de Stonewall Inn in New York City. De Herinneringsmars vertoonde de eerste tekenen van versplintering, omdat sommige demonstranten zich niet volgens de code kleedden. Ze liepen niet samen; ze hielden handen vast met hun partners, tot grote verontwaardiging van de leiders van de groep. In het kielzog van Stonewall verspreidde zich een radicalere energie over het land.
Een jaar later, in 1970, brainstormden activisten als Brenda Howard over een alternatieve reeks marsen die het nieuwe ethos van homobevrijding zouden omarmen. Hun oplossing was Christopher Street Liberation Day-een feest ter herdenking van de verjaardag van Stonewall op 28 juni. Volgens het boek Pride Parades van Katherine McFarland Bruce werd in de planningsdocumenten voor de mars benadrukt dat, anders dan bij de Reminder marsen, “geen kleding- of leeftijdsvoorschriften voor deze demonstratie zullen worden opgesteld”. Deze marsen zouden ook een nationale reikwijdte hebben – een voorbode van Pride vieringen vandaag de dag – ze wilden “een landelijke show van steun” voor homorechten.
De nieuwe tactiek bleek een succes. Tijdens de eerste Christopher Bevrijdingsdag in 1970 kwamen er zoveel demonstranten opdagen dat de New Yorkse versie zich volgens een contemporain verslag van The New York Times uitstrekte over 15 straten. Chicago en San Francisco hielden hun eigen bevrijdingsmarsen – net als Los Angeles, waar activisten pas het recht kregen om samen te komen nadat de ACLU een laatste wanhopige poging van de stad om de parade te blokkeren had bestreden.
Deze eerste generatie Pride marsen waren inclusiever dan alle voorgaande. Deelnemers droegen grote pruiken en kusten hun partners. Terwijl transgenders waren uitgesloten van de Herinneringsmarsen, vormden de Street Transvestites Action Revolutionaries (STAR), een vroege transgenderorganisatie die was opgericht door Stonewall-protesteerders Sylvia Rivera en Marsha P. Johnson, een aanzienlijk contingent op Christopher Street Bevrijdingsdag. Een nieuw tijdperk was aangebroken.