Perziken vinden hun oorsprong in China, waar ze al sinds de begindagen van de Chinese cultuur worden geteeld. Perziken werden beschouwd als de favoriete vrucht van keizers en werden voor het eerst vermeld in Chinese geschriften uit de 10e eeuw. Vanuit China werd de “Perzische appel”, de vertaalde Latijnse naam, door de Perzen (nu Iraniërs) geïntroduceerd bij de Romeinen en later door Alexander de Grote in Europa geïntroduceerd.
Aan Spaanse ontdekkingsreizigers wordt toegeschreven dat zij de perzik naar Zuid-Amerika hebben gebracht en vervolgens uiteindelijk naar Engeland en Frankrijk, waar het een zeer populaire, maar zeldzame lekkernij werd. Tijdens het bewind van Koningin Victoria werd geschreven dat geen maaltijd compleet was zonder een verse perzik, gepresenteerd in een deftig katoenen servet.
Ten slotte bracht George Minifie, een tuinbouwer uit Engeland, in het begin van de 17e eeuw de eerste perziken naar de kolonies in de Nieuwe Wereld en plantte ze op zijn landgoed in Virginia. Het waren onze vroege Amerikaanse indianenstammen die de perzikboom eigenlijk over ons land verspreidden door zaden mee te nemen en deze te planten terwijl zij door deze Verenigde Staten reisden.
Maar het duurde tot de 19e eeuw voordat de commerciële perzikteelt van start ging in Maryland, Delaware, Georgia en Virginia. Tegenwoordig worden perziken commercieel geteeld in Californië, de staat Washington, South Carolina, Georgia en Missouri.