Dummy tanks werden tijdens de Tweede Wereldoorlog aanzienlijk meer gebruikt, zowel door de Geallieerden als door de Asmogendheden. Duitse troepen gebruikten al voor het begin van de oorlog neptanks voor oefen- en trainingsdoeleinden. Hun gebruik in militaire misleiding werd geïntroduceerd door de Britse strijdkrachten, die ze “spoofs” noemden.
Een van de eerste toepassingen van dummy tanks tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de Noord-Afrikaanse Campagne. De daar gestationeerde Royal Engineers bouwden er twee per dag; tussen april en juni 1941 waren ze in staat om drie dummy Royal Tank Regiments te bouwen, en nog een in november van datzelfde jaar. Deze waren opvouwbaar, en dus draagbaar; en de Royal Engineers verbeterden ze verder. Jeeps werden gebruikt om de “spoofs” mobieler te maken: een stalen frame bedekt met canvas werd op hen geplaatst, waardoor een zelfrijdende dummy tank ontstond. De Jeep simuleerde niet realistisch het geluid of de beweging van een tank, maar maakte het mogelijk de dummy snel in te zetten. Ondertussen werd ook het omgekeerde gedaan, om tanks op vrachtwagens te laten lijken. Een ander apparaat werd in gebruik genomen dat zowel gesimuleerde tanksporen creëerde als echte uitwiste.
Opblaasbare dummy’s bestonden uit een stoffen bekleding ondersteund door een netwerk van onder druk staande rubberen buizen die een soort “pneumatisch skelet” vormden. Deze hadden in het algemeen de voorkeur in het veld, ondanks hun neiging om snel leeg te lopen als ze per ongeluk of door granaatvuur werden doorboord. Tijdens een operatie in september 1944 zetten de Britten 148 opblaasbare tanks in dicht bij de frontlinie en ongeveer de helft werd “vernietigd” door scherven van Duits mortier- en artillerievuur, en door geallieerde bommen die te kort schoten.
Dummy tanks werden gebruikt in Operatie Fortitude voorafgaand aan de landingen op de Normandische stranden. Tijdens deze operatie werden ze gebruikt om de Duitse inlichtingendienst op twee manieren in verwarring te brengen: ten eerste door het te laten lijken dat de Geallieerden meer tanks hadden dan het geval was; en ten tweede om het belang van de locatie van hun echte tanks te verbergen en te bagatelliseren om het te laten lijken dat de invasie zou plaatsvinden bij Pas-de-Calais in plaats van in Normandië. Dummy voertuigen speelden echter slechts een klein deel van het totale misleidingsplan, omdat de Duitsers in dat stadium van de oorlog niet in staat waren om met verkenningsvliegtuigen boven Engeland te vliegen en een dergelijke inspanning verspilde moeite zou zijn geweest. Er werden schijnlandingsboten gestationeerd in havens in Oost- en Zuidoost-Engeland waar ze door de Duitsers konden worden waargenomen, maar de Fortitude misleiding werd grotendeels uitgevoerd met behulp van dubbelagenten en vals radioverkeer.
Tijdens Operatie Shingle in Anzio, Italië, werden opblaasbare Sherman tanks ingezet toen de echte tanks elders waren. In het Pacific Theater of Operations, gebruikten de Japanners ook lokvogels; één geregistreerd voorbeeld was tijdens de Slag om Iwo Jima. Een “tank” werd omsingeld door de Amerikaanse infanterie, die onder artilleriebombardement had gestaan: zij ontdekten dat de tank niet echt was, maar slechts een uit vulkanisch as gehouwen beeldhouwwerk.
Het Rode Leger gebruikte dummy tanks om hun schijnbare aantal te vergroten en hun ware bewegingen te maskeren.