Autonomische tests
Autonomische tests meten hoe de systemen in het lichaam die door de autonome zenuwen worden bestuurd, reageren op stimulatie. De gegevens die tijdens het testen worden verzameld, geven aan of het autonome zenuwstelsel naar behoren functioneert, of dat er zenuwschade is opgetreden.
Wat is het?
Het zenuwstelsel bestaat uit drie delen: motorisch, sensorisch en autonoom. Het autonome systeem regelt alle interne functies, zoals bloeddruk, bloedstroom en zweten. Autonomische tests worden uitgevoerd om te zien of het autonome zenuwstelsel normaal functioneert.
Waarom?
Autonomische tests kunnen helpen bepalen of een patiënt lijdt aan bepaalde ziekten die het autonome zenuwstelsel aantasten, of als een manier om een ziekte, of een bron van pijn te diagnosticeren.
Hoe wordt het uitgevoerd?
Om te zien of een ziekte het autonome zenuwstelsel aantast, worden verschillende tests gedaan om de bloeddruk, de bloedstroom, de hartslag, de huidtemperatuur en het zweten te meten. Door deze functies te meten, kan worden ontdekt of het autonome zenuwstelsel al dan niet normaal functioneert.
Tests om de bloeddruk en de hartslag te meten zijn onder meer de kanteltafeltest, een diepe ademhalingstest en de Valsalva-manoeuvre. Bij de kanteltafeltest moet de patiënt op een tafel liggen die vervolgens wordt opgetild. Bij de diepe ademhalingstest moet de patiënt een minuut lang diep ademhalen. Bij de Valsalva-manoeuvre moet de patiënt in een buis blazen om de druk in de borstkas te verhogen. Terwijl deze eenvoudige tests worden uitgevoerd, worden bloeddruk en hartslag gecontroleerd.
De Quantitative Sudomotor Axon Reflex Test (QSART) die apart wordt beschreven, is een andere autonome test die wordt uitgevoerd om het zweten en de huidtemperatuur te meten.
Hoe zal het voelen?
Alle testen zijn niet-invasief en pijnloos.