Fossielen worden meestal gevonden in sedimentair gesteente, dat bijna allemaal oorspronkelijk als sediment werd afgezet door bewegend water. Daaropvolgende processen verhardden ze tot sedimentgesteente, doordat de overheersende druk het water eruit perste en de korrels aan elkaar werden gekit. Vaak werden planten en dieren gevangen en begraven in de sedimenten. Terwijl de sedimenten verhardden tot sedimentgesteente, verhardden de dode dingen tot fossielen.

De overgrote meerderheid van de zichtbare fossielen zijn ongewervelde zeedieren, dieren die in de zee leven en geen ruggengraat hebben, meestal dieren met een harde buitenste schaal. Hiertoe behoren schelpdieren, koralen, brachiopoden, ammonieten en andere ons bekende dieren, maar ook uitgestorven dieren als trilobieten en crinoïden. Op sommige plaatsen worden de afzettingen gedomineerd door visfossielen en in zeldzamere gevallen door insecten.

Intrigerend genoeg, terwijl sedimentaire gesteenten op de meeste plaatsen worden gevonden, zijn fossielen niet zo gemakkelijk te vinden. Veel sedimentaire gesteenten bevatten helemaal geen herkenbare fossielen, anders dan microscopische overblijfselen zoals plankton, stuifmeel, of sporen. Zo bevat bijvoorbeeld de Grand Canyon, met dikke opeenvolgingen van sedimentair gesteente, verrassend weinig fossielen. Dit verklaart de opwinding over de ontdekking van miljarden twee voet lange nautiloïden in de Redwall Limestone door ICR’s Steve Austin. “Fossielen zijn waar je ze vindt” zeggen paleontologen, en deze fossielen werden gevonden toen creationisten hun onderzoek deden vanuit een creationistisch/vloed perspectief. Zij vonden wat evolutionistische/uniformitaire zoekers misten.

De sedimentaire gesteenten waarin de fossielen worden gevonden geven meestal het bewijs van snelle catastrofale afzetting. De Grand Canyon nautiloïden werden gevangen en begraven door een uitgebreide onderwater zwaartekracht stroom van modder die zich uitstrekte over wat nu delen van verschillende staten zijn, op zijn minst. Andere Grand Canyon lagen zoals de Bright Angel Shale en de Kaibab Limestone zijn even wijdverspreid en worden ook verondersteld het resultaat te zijn van catastrofale processen. Zij bevatten weinig meer dan fragmenten van fossielen in een wirwar van getransporteerde stukken.

Een ding nog. Deze catastrofaal afgezette mariene fossielen, ingegraven als ze zijn in regionaal uitgestrekt sedimentair gesteente, worden allemaal gevonden op de continenten! Er worden nauwelijks zee-fossielen gevonden in de diepe oceaanbekkens.

De standaard evolutionaire visie is dat van tijd tot tijd in de loop der eeuwen, een kalme en rustige zee bedekte wat nu de continenten zijn. In de loop van miljoenen jaren van leven en dood en komen en gaan, bleven de fossielen bewaard als sedimenten die zich langzaam op de oceaanbodem verzamelden. Maar is er een beter begrip? Laten we even samenvatten.

Mariene fossielen worden gevonden in gesteentelagen die getuigen van dynamische waterprocessen die ze hebben afgezet. De lagen zelf bestrijken uitgestrekte gebieden, soms op continentale of halfronde schaal. En zij bevinden zich prominent op de continenten van vandaag.

In plaats van de conclusie te eisen van lange eeuwen van uniformiteit en evolutie, spreken de fossielen van een tijd waarin de oceanen de continenten volledig vernietigden, gebruik makend van catastrofale hydraulische en tektonische krachten – een vloed op een schaal waarvan men vandaag de dag nog geen getuige is. Een dergelijke vloed werd echter in het verleden waargenomen, en voor onze kennis opgetekend in Genesis. Het was de grote overstroming van Noach’s tijd.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg