De naam fosfor ontstond in de 19e eeuw als een algemene term voor materialen die gloeien in het donker. In die tijd was wit fosfor de belangrijkste stof die dit effect vertoonde, hoewel bepaalde mineralen ook “fosforescentie” vertoonden. Vele jaren van analyse en kunstmatige synthese van deze mineralen volgden. Dit leidde tot het begrip van de onderliggende elektronische overgangen die verklaren hoe fosforen werken.

Elke fosfor heeft zijn eigen individuele kenmerken, en het is dus moeilijk om de elektronische processen die plaatsvinden te veralgemenen. Een typische opeenvolging van gebeurtenissen is echter als volgt:

Energie, in de vorm van licht, elektronen of deeltjes, wordt geabsorbeerd en weer uitgezonden bij specifieke golflengten. Deze golflengten zijn afhankelijk van de structuur van de fosfor. Het gastkristal absorbeert gewoonlijk de energie en geeft deze vervolgens door aan activatorionen die in het kristalrooster zijn ingebed. De energie gaat naar de elektronen in het activatorion, waardoor deze naar een hoger energieniveau gaan. Bij hun terugkeer naar een lager energieniveau geven de elektronen energie af in de vorm van lichtemissies. De golflengte komt overeen met het energieverschil tussen de twee niveaus.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg