Misschien heb ik geluk gehad. Ik heb deze film in de afgelopen 15 jaar slechts twee keer gezien, maar beide keren in 3D, de tweede keer gisteravond. Het publiek vond het geweldig, met een groot applaus aan het eind.
De peddelbal scène is een hoogtepunt, maar de reprise van de peddelbal is nog hilarischer. Het is volledig over de top, en helpt bij het creëren van de carnavalssfeer die de film zo effectief maakt in een grote groep.
De echt dramatische 3D-effecten in deze film worden gespeeld om te lachen, en ik denk dat dat een van de sleutels is tot het algehele succes. Regisseur André De Toth behandelt de gimmick als een gimmick, en probeert er niet meer uit te halen dan dat. Hitchcock, in “Dial M For Murder”, probeerde de technologie te gebruiken voor dramatisch effect, maar dat was een complete mislukking. De gimmick zit het echte drama in de weg. De poging tot moord op Grace Kelly in “Dial M” is meer schokkend in 2D. In 3D wordt je volledig uit je betrokkenheid bij de scène gerukt wanneer Grace’s grijpende hand half uit het publiek op je afkomt.
In “House of Wax” vond het effect zijn echte thuis, een melodramatische thriller, door iedereen gespeeld met de tong stevig in de wang.
De Toth componeert zijn opnamen erg mooi, vind ik. Er is wat foregrounding van kroonluchters en andere rekwisieten, maar nooit te veel. Hij houdt zich meestal in met het effect totdat hij er het beste gebruik van kan maken — de peddel bal, de ronde billen van de can-can danser, de buste van Charles Bronson aan het eind. Er is één grote 3D sensatie, het shot waar Bronson, die de kwade doofstomme assistent van Vincent Price speelt, het aan de stok krijgt met politieagent Frank Lovejoy. Bronson lijkt uit het publiek en op het scherm te springen; het is een onverwacht moment, en een echte traktatie.