Heren leven in bosgebieden in heel Europa, Azië, Noord-Afrika en Amerika. Er zijn vele hertensoorten van verschillende grootte, maar alle mannetjes hebben een gewei. Het vlees is mager en heeft een wildachtige smaak die milder kan worden gemaakt door het een nacht te laten weken.
Elk vlees smaakt naar mild (bijna zoet) rundvlees, met slechts een zeer vage hertenvleessmaak. In de meeste standaardrecepten met hertenvlees kan eland gelijkwaardig worden vervangen door hertenvlees. Elanden komen uit Noord-Amerika, Europa en Azië.
Elanden zijn het grootste lid van de hertenfamilie en staan op de schouder ongeveer 1,80 m hoog. Hij komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Het vlees is vergelijkbaar met dat van elanden.
Cariboe’s (rendieren) zijn iets groter dan witstaartherten. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een gewei. Het vlees is iets zoeter dan dat van ander wild. Ze leven hoofdzakelijk in Noord-Amerika en Siberië.
Antelopen worden momenteel gekweekt in Texas, waar zwarte bokken en nilgai antilopen, afkomstig uit Afrika, mogen rondlopen in enorme reservaten. De mannetjes worden bokken, stieren of herten genoemd; de vrouwtjes doffers of koeien; en de jongen die nog niet gespeend zijn, zijn kalveren of kalfjes. Antilopenvlees is magerder, maar qua smaak vergelijkbaar met dat van herten.
Pronghorn (ooit geclassificeerd als “antilope”) is inheems in Noord-Amerika en de enige overlevende soort in de Antilocapridae (“geit-antilope”) familie. De grootste populaties bevinden zich in Wyoming en Montana. Pronghornvlees is magerder, maar qua smaak vergelijkbaar met dat van herten.