Op 22 juli viert de Kerk het feest van de heilige Maria Magdalena, een van de meest prominente vrouwen die in het Nieuwe Testament worden genoemd.
Haar naam komt van de stad Magdala in Galilea, waar zij werd geboren. De Schrift introduceert haar als een vrouw “die genezen was van boze geesten en gebreken: Maria, Magdalena genaamd, uit wie zeven demonen waren uitgegaan” (Lc. 8:2).
Sommige geleerden identificeren Maria Magdalena met de zondige vrouw die de voeten van Christus met olie zalfde in het huis van Simon de Farizeeër (Lc. 7:36-50). Anderen brengen haar in verband met Maria, de zuster van Martha en Lazarus (Lc. 10,38-42, Joh. 11). Sommigen geloven dat de drie figuren één persoon zijn, terwijl anderen geloven dat het drie verschillende personen zijn.
Wat de Schriften zeker stellen over Maria Magdalena is dat zij een volgelinge van Christus was, die Hem vergezelde en diende (Lc. 8,2-3). De Evangeliën vermelden haar als een van de vrouwen die aanwezig waren bij de kruisiging van Christus.
Daarnaast was zij de eerste geregistreerde getuige van de Opstanding. De Evangeliën beschrijven allemaal Maria Magdalena die op Paasmorgen naar het graf ging. Toen ze zag dat het graf leeg was, stond ze buiten te wenen. Jezus verscheen aan haar en vroeg haar: “Vrouw, waarom huil je? Wie zoekt gij?” (Joh. 20:15)
Zij herkende hem echter niet en dacht dat hij de tuinman was, totdat hij haar naam zei: “Maria!” (Joh. 20:16) Toen ze dit hoorde, herkende Maria hem. Zij keerde terug naar de rouwende discipelen om hun de boodschap van de opstanding te verkondigen.
Paus Benedictus XVI sprak over Maria Magdalena in zijn toespraak voor het Angelus op 23 juli 2006. Hij noemde haar “een leerlinge van de Heer die een hoofdrol speelt in de Evangeliën”.
De paus herinnerde aan Maria Magdalena’s aanwezigheid “onder het kruis” op Goede Vrijdag, en ook hoe “zij degene was die het lege graf ontdekte” op Paasmorgen.
“Het verhaal van Maria van Magdala herinnert ons allen aan een fundamentele waarheid,” zei paus Benedictus. “Een discipel van Christus is iemand die, in de ervaring van menselijke zwakheid, de nederigheid heeft gehad om zijn hulp te vragen, door hem is genezen en op weg is gegaan om hem op de voet te volgen, en zo een getuige te worden van de kracht van zijn barmhartige liefde die sterker is dan zonde en dood.”
Op 10 juni 2016 werd de liturgische viering ter ere van de heilige Maria Magdalena verheven van een gedenkteken tot een feest, waardoor ze op gelijke voet kwam te staan met de apostelen.