Maya Angelou, geboren op 4 april 1928 als Marguerite Johnson in St. Louis, groeide op in het gesegregeerde Arkansas. Ze was dichteres, historica, schrijfster, actrice, toneelschrijfster, burgerrechtenactiviste, producer en regisseuse. Ze gaf lezingen in de VS en daarbuiten en was sinds 1981 Reynolds hoogleraar American Studies aan de Wake Forest University in North Carolina. Ze publiceerde tien best verkochte boeken en talrijke tijdschriftartikelen, waarmee ze Pulitzer Prize en National Book Award nominaties verdiende. Op verzoek van President Clinton schreef zij een gedicht voor zijn presidentiële inauguratie in 1993.
Maya Angelou, die Frans, Spaans, Italiaans en West-Afrikaans Fanti sprak, begon haar carrière in drama en dans. Ze trouwde met een Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder en woonde in Caïro waar ze redactrice was van The Arab Observer, het enige Engelstalige nieuwsweekblad in het Midden-Oosten. In Ghana was ze hoofdredactrice van The African Review en gaf ze les aan de Universiteit van Ghana. In de jaren ’60 werd mevrouw Angelou, op verzoek van Dr. Martin Luther King, Jr., noordelijk coördinator van de Southern Christian Leadership Conference. Ze werd door President Gerald Ford benoemd tot lid van de Bicentennial Commission en door President Jimmy Carter tot lid van de National Commission on the Observance of International Women’s Year.
Maya Angelou, dichteres, behoorde tot de eerste Afro-Amerikaanse vrouwen die de bestsellerslijsten haalde met haar “I Know Why the Caged Bird Sings,” hield het publiek in de Grote Zaal geboeid met verhalen over haar eigen jeugd. Ze ging van verhaal naar gedicht naar lied en weer terug, en haar thema was liefde en de universaliteit van alle levens. “De ereplicht van een mens is lief te hebben,” zei Angelou. Ze sprak over haar vroege liefde voor het werk van William Shakespeare, en bood haar publiek fragmenten aan uit de gedichten van verschillende Afro-Amerikanen, waaronder James Weldon Johnson en Paul Lawrence Dunbar. Maar altijd kwam ze terug op liefde – en menselijkheid. “Ik ben menselijk,” zei Angelou, citerend uit haar eigen werk, “en niets menselijks kan mij vreemd zijn.”
In de jaren zestig werd zij, op verzoek van Dr. Martin Luther King, Jr., de noordelijke coördinator voor de Southern Christian Leadership Conference en in 1975 ontving zij de Ladies Home Journal Woman of the Year Award in communicatie. Zij ontving talrijke eredoctoraten en werd door President Jimmy Carter benoemd tot lid van de National Commission on the Observance of International Woman’s Year en door President Ford tot lid van de American Revolutionary Bicentennial Advisory Council. Ze zit in het bestuur van het American Film Institute en is een van de weinige vrouwelijke leden van de Director’s Guild.
In de filmindustrie is Maya Angelou, door haar werk in het schrijven van scenario’s en het regisseren, een baanbreker geweest voor zwarte vrouwen. Op televisie heeft zij honderden optredens verzorgd. Haar bestseller “I Know Why the Cage Bird Sings”, een autobiografisch verslag van haar jeugd, werd in 1970 lovend ontvangen en was een twee uur durende TV-special op CBS. Ze heeft verschillende prijswinnende documentaires geschreven en geproduceerd, waaronder “Afro-Amerikanen in de Kunst”, een PBS-special waarvoor ze de Golden Eagle Award kreeg. Ze werd ook genomineerd voor een Emmy Award voor haar acteerwerk in Roots, en haar scenario Georgia, Georgia was het eerste dat door een zwarte vrouw werd verfilmd. In het theater produceerde, regisseerde en speelde ze in “Cabaret for Freedom” in samenwerking met Godfrey Cambridge in de Village Gate in New York; speelde ze in “The Blacks” van Genet in het St Mark’s Playhouse; en bewerkte ze Sophocles “Ajax” dat in première ging in Los Angeles in 1974. Ze schreef het originele scenario voor “Georgia, Georgia” en schreef en produceerde een tiendelige tv-serie over Afrikaanse tradities in het Amerikaanse leven. Maya Angelou was professor Reynolds aan de Wake Forest University, Winston-Salem, North Carolina. Ze overleed in haar huis in Winston-Salem op 28 mei 2014.