Climacteric en menopauze zijn twee termen die onduidelijk worden gebruikt om klinisch te verwachten gebeurtenissen te benoemen die verband houden met de afname van de functie van de eierstokken. Zo lezen en horen we in de literatuur en in klinische settings ‘menopauzale symptomen’ of ‘climacterische symptomen’. Over het algemeen wordt de term menopauze veel vaker gebruikt dan climacteric, maar voordat we een van beide termen gebruiken, moeten we bedenken dat ‘menopauze’ verwijst naar een specifieke gebeurtenis, het ophouden van de menstruatie, en ‘climacteric’ naar geleidelijke veranderingen van de ovariële functie die beginnen vóór de menopauze en daarna nog enige tijd voortduren. In de premenopauze treden hormonale veranderingen op die gepaard gaan met symptomen, die de levenskwaliteit verslechteren, en met stofwisselingsveranderingen die het risico op chronische ziekten verhogen. Daarom lijkt het woord climacteric (‘stappen’ in het Grieks) geschikter om te verwijzen naar de symptomen en chronische ziekten die gepaard gaan met de geleidelijke afname van de eierstokfunctie, en moeten we de term ‘menopauze’ alleen laten staan voor het benoemen van de gebeurtenis van het ophouden van de menstruatie die later zal plaatsvinden als gevolg van de afname van de eierstokactiviteit. Dit onderscheid heeft klinisch belang, omdat het impliceert dat in de premenopauzale periode de invloed van de afname van het oestrogeen op de gezondheidstoestand van de vrouw moet worden beoordeeld en dat, indien dit relevant is, moet worden overgegaan tot veranderingen in de levensstijl, hormonale therapie, hypolipidemische geneesmiddelen, enz. Het lijkt niet juist te wachten tot de menstruatie ophoudt met bloeden voordat met een of andere ingreep wordt begonnen. De aftakeling van de gezondheid van de vrouw begint vele jaren vóór de menopauze en de preventie van de gevolgen daarvan is een must voor ons, de clinici.