Blaaskanker behandelen
In gevallen van niet-spierinvasieve blaaskanker is het meestal mogelijk de kankercellen te verwijderen en de rest van de blaas intact te laten.
Dit wordt gedaan met een chirurgische techniek die transurethrale resectie van een blaastumor (TURBT) wordt genoemd. Daarna wordt een dosis chemotherapiemedicijnen rechtstreeks in de blaas toegediend om het risico op terugkeer van de kanker te verminderen.
In gevallen met een hoger risico op terugkeer kan een geneesmiddel dat bekend staat als Bacillus Calmette-Guérin (BCG) in de blaas worden geïnjecteerd om het risico op terugkeer van de kanker te verminderen.
Behandeling van niet-spierinvasieve blaaskanker met een hoog risico of van spierinvasieve blaaskanker kan inhouden dat de blaas operatief wordt verwijderd, een operatie die cystectomie wordt genoemd.
De meeste patiënten kunnen kiezen tussen een operatie of een radiotherapiekuur.
Wanneer de blaas is verwijderd, moet u uw urine op een andere manier kunnen opvangen. Mogelijke opties zijn het maken van een opening in de buik zodat de urine in een uitwendige zak kan worden afgevoerd, of de constructie van een nieuwe blaas uit een stuk darm. Dit wordt tegelijk met de cystectomie gedaan.
Na de behandeling van alle soorten blaaskanker moet u regelmatig vervolgonderzoeken ondergaan om te controleren of er tekenen van terugkeer zijn.
Lees meer over de behandeling van blaaskanker.