De rattenvlo (Xenopsylla cheopis) is een kleine parasiet die zich voedt met het bloed van knaagdieren. Ze zijn bekende dragers van verschillende ziekten en worden beschouwd als de belangrijkste vector van de builenpest. De infectie wordt overgedragen nadat een vlo zich voedt met een besmet knaagdier en vervolgens een mens bijt.
Rattenvlooien beginnen als witte eitjes, die van het wijfje vallen en op de grond uitkomen of op de grond in het strooisel van het dier worden gelegd. De larven die uitkomen zijn ongeveer 3 tot 5 mm lang en lijken op kleine, pootloze wormpjes. In tegenstelling tot volwassen rattenvlooien eten de larven geen bloed, maar vlooienkeutels, dode huidcellen en dierlijk haar. De larven spinnen witte, zijden cocons waarin ze zich verpoppen. Nadat ze uit de poppen zijn gekomen, zijn rattenvlooien in staat bloed te zuigen en zich voort te planten. Volwassen rattenvlooien kunnen een jaar oud worden en leven het liefst in een warme omgeving. Volwassen rattenvlooien hebben twee ogen, maar kunnen alleen licht waarnemen. De mond van de rattenvlo wordt gebruikt om speeksel in te spuiten en bloed te zuigen. Vlooien kunnen niet vliegen, maar wel tot 200 maal de lengte van hun lichaam en 130 maal hun eigen hoogte springen.