De groeisnelheid tijdens de kinderjaren is de laatste 50-100 jaar aanzienlijk toegenomen. Omdat ze gepaard gaan met een toename van de rijping, zijn deze toenames maximaal op leeftijden waarop recent gemeten groepen de puberleeftijd hebben bereikt, maar diegenen die in het verleden werden gemeten nog niet. Grote seculaire toenames in groei- en rijpingspercentages hebben zich in alle ontwikkelde landen voorgedaan, maar niet in veel andere landen. De lengte in liggende positie bij de geboorte is in Italië en Frankrijk seculair toegenomen, maar in de Verenigde Staten is weinig veranderd. De seculaire groei van de gestalte bij kinderen is veel duidelijker, namelijk ongeveer 1,5 cm/decade voor 12-jarige kinderen, hoewel de seculaire groei van de gestalte bij jongvolwassenen in de meeste ontwikkelde landen ongeveer 0,4 cm/decade bedraagt. In de Verenigde Staten waren deze trends tijdens de kinderjaren voor zwarten en blanken vergelijkbaar, maar voor zwarte mannen groter dan voor blanke mannen. Evenzo zijn de seculaire trends in geboortegewichten klein geweest, maar zijn er grote trends geweest voor kinderen (ongeveer 1,5 kg/decade voor 12-jarigen). Deze seculaire veranderingen in grootte zijn in verband gebracht met een versnelling van de rijping die het duidelijkst blijkt uit de stijging met 0,3 jaar/decade van de leeftijd bij menarche. In Noorwegen en Engeland is deze stijging nu gestopt. De veranderingen in de lichaamsverhoudingen gedurende de laatste decennia zijn minder uitgesproken dan die in de lichaamsgrootte. De beenlengte, met name de lengte van de dij, lijkt bij mannen meer te zijn toegenomen dan de gestalte, maar bij vrouwen niet; de borstomvang is bij elk geslacht sneller toegenomen dan de gestalte. De verhouding tussen gestalte en gewicht is in de verschillende nationale groepen op verschillende wijze veranderd. Ook de relatieve veranderingen in de lengte en de breedte van het hoofd verschillen per bestudeerde groep. Er zijn maar weinig gegevensreeksen die conclusies over mogelijke seculaire trends in de lichaamssamenstelling mogelijk maken, maar de dikte van het onderhuidse vet is toegenomen, vooral bij de hoogste percentielen. Ook de kracht, die de spiermassa weerspiegelt, is absoluut toegenomen, hoewel zij in verhouding tot de gestalte is afgenomen. Ongetwijfeld is de seculaire trend aan verschillende factoren toe te schrijven; de identificatie van de oorzaken is noodzakelijkerwijs speculatief. Veranderingen in de voeding alleen zouden geen verklaring kunnen zijn voor de tendensen die de oorspronkelijke sociaal-economische verschillen te boven gaan. In de Verenigde Staten is de inname van eiwitten en vetten uit dierlijke bronnen per hoofd van de bevolking gestegen, zijn de inname van koolhydraten en vetten uit plantaardige bronnen gedaald en is de calorie-inname nauwelijks veranderd. Het is niet duidelijk of deze veranderingen een betere voeding betekenen. De seculaire tendensen zouden het gevolg kunnen zijn van verbeteringen in het milieu, met name veranderingen in de gezondheidspraktijken en de levensomstandigheden die leiden tot een verbetering van het sterftecijfer en de levensverwachting. Deze factoren hangen samen met die betreffende de gezinsgrootte. Ook genetische factoren, met name heterosis, kunnen een kleine rol hebben gespeeld bij het veroorzaken van de seculaire trends…

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg