Nagenoeg alle maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid wijzen echter op verbetering, niet op meer doden en gewonden sinds 1995. Ondanks het feit dat 33 staten hun snelheidslimieten hebben verhoogd onmiddellijk na de afschaffing van de verplichte federale snelheidslimiet, meldde de National Highway Traffic Safety Administration afgelopen oktober dat “het aantal verkeersdoden in 1997 tot een recordlaagte is gedaald”. Bovendien daalde het gemiddelde aantal verkeersdoden zelfs in de staten die hun snelheidslimieten verhoogden.
Hogere snelheidslimieten hebben niet geleid tot een miljoen meer auto-gewonden. In 1997 waren er zelfs 66.000 minder verkeersgewonden dan in 1995, het jaar voordat de maximumsnelheid werd verhoogd. Het aantal gewonden per 100 miljoen afgelegde voertuigkilometers daalde in 1997 tot het laagste niveau dat ooit werd opgetekend. Als het aantal gewonden op de wegen in 1997 even hoog was geweest als in 1995, zouden er ongeveer 17.000 meer Amerikanen gewond zijn geraakt.
Al het bewijsmateriaal tot dusver wijst erop dat de Amerikanen niet op hogere snelheidsbeperkingen hebben gereageerd door de snelwegen om te bouwen tot trajecten van de Indianapolis 500. Het verlies aan mensenlevens is zeer gering geweest – hoogstens een fractie van wat door de veiligheidslobby was voorspeld. Ondertussen hebben de Amerikanen zo’n 200 miljoen manuren bespaard door minder tijd op de weg door te brengen. Het netto economisch voordeel van het verhogen van de snelheidslimiet is tussen de $2 en $3 miljard per jaar geweest.
