“Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Clopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus zijn moeder zag staan en de discipel die hij liefhad, zei hij tegen haar: ‘Vrouw, hier is je zoon’, en tegen de discipel: ‘Hier is je moeder’. Vanaf dat moment nam deze discipel haar in huis.” – Johannes 19:25-27

Jezus heeft bij Zijn dood teder voor Zijn moeder gezorgd. Het is waarschijnlijk dat Jozef, haar man, allang dood was en dat haar zoon Jezus haar had onderhouden. Wat zou er van haar worden, nu Hij stervende was? Hij zag haar staan en kende haar zorgen en smarten, en Hij zag Johannes niet ver weg staan. Dus vestigde Hij een nieuwe relatie tussen Zijn geliefde moeder en Zijn geliefde discipel. Hij zei tot haar: “Vrouw, zie uw zoon, voor wie u voortaan een moederlijke genegenheid moet hebben,” en tot Johannes: “Zie u moeder, voor wie u een zoonlijke plicht moet vervullen.” En zo nam die discipel haar vanaf dat uur, dat uur dat nooit vergeten zal worden, mee naar zijn eigen huis.

Merk de zorg op die Christus aan Zijn lieve moeder besteedde. Hij was niet zozeer in beslag genomen door een gevoel van Zijn lijden, dat Hij Zijn vrienden vergat, allen wier zorgen Hij droeg. Zijn moeder was misschien zo in beslag genomen door Zijn lijden dat zij niet dacht aan wat er van haar zou worden, maar Hij wel. Hij had geen andere manier om voor Zijn moeder te zorgen dan door Zijn belangstelling voor een vriend, wat Hij hier doet.

Hij noemt haar vrouw, niet moeder, niet uit enig gebrek aan respect voor haar, maar omdat moeder een snijdend woord zou zijn geweest voor haar die al gewond was van verdriet. Hij draagt haar op Johannes te zien als haar zoon: “Zie hem als uw zoon, die daar bij u staat, en wees als een moeder voor hem.”

Dit was een eer die Johannes ten deel viel, en een getuigenis zowel van zijn voorzichtigheid als van zijn trouw. Als Hij, die alle dingen weet, niet had geweten dat Johannes Hem liefhad, zou Hij hem niet tot voogd van Maria hebben gemaakt. Het is een grote eer voor Christus werkzaam te zijn en iets van zijn belangen in de wereld toevertrouwd te krijgen.

Het was ook een grote verantwoordelijkheid voor Johannes, maar hij aanvaardde die blijmoedig en nam haar mee naar zijn eigen huis, geen bezwaar makend tegen de moeite noch de kosten, noch zijn verplichtingen tegenover zijn eigen familie, noch het ongenoegen dat hij erdoor zou kunnen oplopen. Volgens de Kerkelijke Geschiedenis van Nicephoras (boek 2, hoofdstuk 3), woonde Maria elf jaar bij Johannes in Jeruzalem en stierf toen. Anderen zeggen echter dat zij met hem naar Efeze ging.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg