Een hersenschudding is een vorm van TBI (traumatisch hersenletsel). Ze kunnen worden aangeduid als een “mild TBI” omdat ze meestal niet levensbedreigend zijn. Hersenschuddingen ontstaan wanneer een harde klap op het hoofd of lichaam de hersenen in de schedel doet bewegen. De beweging van de hersenen in de schedel kan letsel aan zenuwcellen in de hersenen veroorzaken. Dit soort letsel veroorzaakt meestal geen schedelbreuk, bloeding in de hersenen of zwelling van de hersenen. Omdat hersenschuddingen een letsel aan de hersencellen zijn, gaat het om een microscopisch cellulair letsel. Een microscopisch letsel is op veel beeldvormingstests niet zichtbaar. Daarom zijn röntgenfoto’s, CT-scans en MRI’s meestal normaal, ook al heeft het kind of de tiener een hersenschudding.
Röntgenfoto: Röntgenfoto’s zijn ontworpen om naar botten te kijken en kunnen helpen een schedelbreuk aan te tonen, die zelden aanwezig is bij een typische hersenschudding.
CT-scan: Een CT-scan wordt ook wel een CAT-scan genoemd, wat staat voor computertomografie. Hij kan bloedingen of zwellingen in de hersenen, maar ook schedelbreuken opsporen. Er wordt gebruik gemaakt van een combinatie van röntgenstralen en een computer om beelden van de hersenstructuren te genereren. CT-scans stellen patiënten bloot aan straling. Een CT-scan kan aangewezen zijn wanneer het waarschijnlijk is dat een hersenschudding onmiddellijk chirurgisch ingrijpen (operatie) vereist. Enkele indicaties hiervoor kunnen zijn: tekenen van een schedelbreuk, meerdere episoden van braken, geheugenverlies meer dan 30 minuten voor het letsel, epileptische aanvallen na het letsel, of een gevaarlijk mechanisme van letsel (zoals uit een voertuig geslingerd worden of een voetganger die door een auto wordt aangereden).
MRI-scan: Een MRI-scan staat voor magnetic resonance imaging. Dit type onderzoek maakt gebruik van magneten, radiogolven en een computer om beelden van de hersenstructuren te genereren. Hiermee kunnen bloedingen of zwellingen in de hersenen, maar ook schedelbreuken worden opgespoord. In tegenstelling tot een CT-scan worden patiënten bij een MRI-scan NIET blootgesteld aan straling. Wanneer beeldvorming van de hersenen wordt aanbevolen, is een MRI-scan meestal niet de eerste keuze. In gevallen waarin een CT-scan is geïndiceerd, kan een MRI-scan uiteindelijk ook geïndiceerd zijn. In deze gevallen kan een MRI worden overwogen wanneer de symptomen aanhouden en progressief zijn, en de patiënt niet herstelt zoals verwacht.
Hoewel beeldvormende onderzoeken (röntgen, CT, MRI) nuttig kunnen zijn voor bepaalde personen met een “mild TBI” (hersenschudding), zijn deze onderzoeken meestal niet geïndiceerd. Het vermijden van deze tests wanneer ze niet nodig zijn, helpt om blootstelling van de patiënt aan straling en extra kosten voor gezinnen te vermijden. De diagnose van een hersenschudding kan zonder deze onderzoeken worden gesteld door een gedetailleerde anamnese van de symptomen na het letsel. Naast de voorgeschiedenis van de patiënt, evalueren wij hersenschuddingen door middel van een uitgebreid neurologisch onderzoek (inclusief evenwicht en vestibulaire en visuele systeem beoordeling) en cognitieve testen.
