De berg Horeb, in de Bijbel ook wel de berg Sinaï en de berg van God genoemd, is de plaats waar God een aantal keren verscheen. De eerste vermelding is in Exodus 3:1 toen God aan Mozes verscheen in de brandende braamstruik om hem te zenden om de Israëlieten te bevrijden uit de slavernij in Egypte. Tijdens die uitwisseling beloofde God: “Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer gij het volk uit Egypte zult hebben gevoerd, zult gij God dienen op deze berg” (Exodus 3:12). Die belofte werd vervuld in Exodus 17:6 toen het volk Israël op de berg Horeb aankwam en behoefte had aan water. God droeg Mozes op een rotsblok aan de voet van de berg te slaan en verschafte daarmee water aan Zijn volk.
Drie maanden nadat de Israëlieten Egypte hadden verlaten, verscheen God opnieuw voor het volk op de berg Horeb om Mozes op te roepen en hem de Tien Geboden en andere wetten te geven (Exodus 19:1, 11, 20). Helaas maakte het volk een gouden kalf en aanbad deze valse god, terwijl de Ene Ware God met Mozes samenkwam (Exodus 32). Omdat God “barmhartig en genadig is, traag tot toorn en overvloedig in standvastige liefde en trouw”, vergaf Hij het volk en herschreef de wet voor hen op nieuwe stenen tafelen (Exodus 34:6, 1).
Het was in deze tijd, op deze berg, dat Mozes aan God vroeg: “Laat mij alstublieft uw heerlijkheid zien” (Exodus 33: 18). God antwoordde: “Zie, er is een plaats bij Mij, waar gij op de rots zult staan, en terwijl mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in een spleet van de rots zetten, en Ik zal u met mijn hand bedekken, totdat Ik voorbijgegaan ben. Dan zal ik mijn hand wegnemen, en gij zult mijn rug zien, maar mijn aangezicht zult gij niet zien” (Exodus 33:21-23). Op dezelfde wijze verscheen God honderden jaren later aan Elia op de berg Horeb “op het geluid van een zacht gefluister” (1 Koningen 19:12).
Door deze persoonlijke verschijningen zou men kunnen denken dat de plaats een religieus heilige plaats zou worden. Maar toen God de Israëlieten riep om van de berg Horeb naar het Beloofde Land te gaan, beloofde Hij: “Mijn aanwezigheid zal met u meegaan en Ik zal u rust geven” (Exodus 33:14). Inderdaad, “de wolk des HEREN was des daags op de tabernakel, en des nachts was vuur daarin, voor het oog van het ganse huis Israëls, gedurende hun ganse reis” (Exodus 40:38). Omdat Gods aanwezigheid met het volk meereisde, was het niet nodig om de berg Horeb opnieuw te bezoeken of er een pelgrimstocht naar te maken.
Op den duur is men de precieze locatie van de berg Horeb vergeten. Hoewel de locatie enigszins wordt betwist, geloven de meeste christelijke geleerden dat het een van de toppen is in de Heilige Bergpieken van de berg Jabal Musa, de berg Katherina, en de berg Ras es-Safsafeh in het zuidelijke deel van het Sinaï-schiereiland. Er is daar voldoende watervoorziening, voldoende weidegrond, en een wijde open vlakte die overeenstemt met de bijbelse beschrijvingen van de berg Horeb. Bovendien liggen die toppen op de juiste afstanden van andere bekende locaties zoals Egypte en Kadesh-barnea. De exacte locatie van de berg Horeb is echter nog steeds onzeker. Sommige geleerden geloven dat deze in het noordelijke deel van het Sinaï Schiereiland ligt en anderen geloven dat deze in Arabië ligt.
In Deuteronomium herinnerde Mozes het volk eraan dat “de HERE, onze God, in Horeb een verbond met ons sloot. Niet met onze vaderen heeft de HERE dit verbond gesloten, maar met ons, die allen zijn die hier vandaag leven” (Deuteronomium 5:2-3). Het is interessant dat de generatie die volwassen was geweest toen God de Wet gaf en het verbond sloot op de berg Horeb, allen waren heengegaan en het waren hun nakomelingen tot wie Mozes sprak. God wilde dat deze nieuwe generatie zich het verbond eigen zou maken en zich zou identificeren met de ervaring op de berg Horeb, ook al waren zij daar niet geweest. Aan het eind van Mozes’ toespraak zei hij: “Het woord is u zeer nabij. Het is in uw mond en in uw hart, zodat gij het kunt doen” (Deuteronomium 30:14).
Het volk van God was echter niet in staat om op eigen kracht de wet na te leven. Daarom beloofde God een nieuw verbond “niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb… Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en Ik zal die in hun hart schrijven” (Jeremia 31:32-33). “Ik zal u een nieuw hart geven, en een nieuwe geest zal Ik in u leggen… Ik zal mijn Geest in u leggen, en u ertoe brengen in mijn inzettingen te wandelen en u aan mijn regels te houden” (Ezechiël 36:26-27). Dit oude verbond, dat berustte op de menselijke bekwaamheid om wetten te gehoorzamen, begonnen op de berg Horeb, zou worden vervangen door een nieuw verbond, berustend op Gods eigen Geest.
Jezus begon dit nieuwe verbond door Zijn zondeloze leven, offerdood aan het kruis, en opstanding. Tijdens het Laatste Avondmaal zei Hij: “Deze beker, die voor u vergoten wordt, is het nieuwe verbond in mijn bloed” (Lucas 22:20). Terwijl de berg Horeb de plaats was van vele verschijningen van God en waar het oude verbond werd ingesteld, is het de berg Golgotha waar de vleesgeworden God – Jezus, God de Zoon die een menselijke gedaante aannam – kwam om het nieuwe verbond in te stellen. Net zoals de nieuwe generatie Israëlieten geacht werd zich het verbond met hun voorouders eigen te maken, zo staat ook de uitnodiging om deel te nemen aan het nieuwe verbond open voor iedereen die zich nederig aan de Heer onderwerpt. “Want als u met uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en in uw hart gelooft dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zult u behouden worden” (Romeinen 10:9).
Wat is de betekenis van de berg Gerizim in de Bijbel?
Wat is het bijbelse belang van de berg Moria?
Heeft een mens ooit God gezien?
Wat kunnen christenen leren van de Mozaïsche wet?
Het nieuwe verbond � Wat is het?
Waarheid over alles wat anders is