Abstract
PIP: Sommige artsen menen dat het beste moment voor het inbrengen van een spiraaltje de menstruatieperiode van een vrouw is. Op dat moment is de baarmoederhals verwijd, is de kans op het inbrengen van een spiraaltje in een zwangere baarmoeder gering, en maskeert de menstruatiebloeding het bloeden als gevolg van het inbrengen. Er zijn aanwijzingen dat het inbrengen van het spiraaltje tijdens de menstruatieperiode de incidentie van infecties, spontane verwijdering en verwijdering wegens falen van de methode en ontevredenheid bij de patiënt verlaagt. Maar er zijn artsen die het spiraaltje vrijelijk op andere tijdstippen in de cyclus inbrengen. Dit kan bijzonder voordelig zijn in ontwikkelingslanden, waar een vrouw die een grote afstand naar de kliniek voor gezinsplanning heeft moeten afleggen maar daar aankomt wanneer zij niet menstrueert, misschien niet op een ander tijdstip terugkomt. Het spiraaltje kan ook na onbeschermde coïtus worden ingebracht als “morning after”-anticonceptiemiddel. De International Planned Parenthood Federation heeft een wereldwijd onderzoek uitgevoerd om na te gaan in welke fase van de cyclus spiraaltjes worden ingebracht. 33% van de 240 ondervraagden brengt het spiraaltje alleen in tijdens de menstruatie van de vrouw, en 70% van hen doet dit alleen omdat de kliniek dit voorschrijft. 49% van de respondenten uit Afrika en het Midden-Oosten, 30% van de respondenten uit Europa en de VS, en 13% van de respondenten uit Azië beperken het inbrengen tot dit tijdstip. Van de 67% van de respondenten die zeiden het spiraaltje in te brengen wanneer de vrouw niet menstrueert, beperken de meesten het inbrengen tot 10 dagen na de laatste menstruatie. De meesten noemen de mogelijkheid van zwangerschap als reden voor deze praktijk. Het percentage artsen dat bereid is het spiraaltje op elk moment van de cyclus in te brengen, varieert naar gelang van de anticonceptiemethode die de patiënte gebruikt. Slechts 7% is bereid dit te doen bij vrouwen die geen anticonceptie gebruiken, 18% bij vrouwen die niet-hormonale anticonceptie gebruiken, en 36% bij vrouwen die orale anticonceptie gebruikten.
