In metta meditatie, richten we liefdevolle vriendelijkheid op onszelf en dan, in een opeenvolging van uitbreiding, op iemand van wie we al houden. Iemand waar we neutraal tegenover staan. Iemand waar we moeite mee hebben. En uiteindelijk naar alle wezens overal zonder onderscheid.

In vipassana-meditatie worden we ons bewust van onze steeds veranderende ervaringen, zonder dat we door onze reacties en projecties nog meer toevoegen aan wat er gaande is.

Het belangrijkste verschil tussen metta en vipassana is dat metta een concentratiebeoefening is, terwijl vipassana een inzichtbeoefening is. Dit is een functioneel verschil. Als je mindfulness beoefent, is er niet zoiets als afleiding. Je schenkt aandacht aan alles wat zich in je gewaarzijn voordoet en maakt dat tot object van meditatie.

Er is geen gevoel van voorkeur voor de ene ervaring boven de andere, omdat elke ervaring wordt gezien als hebbend dezelfde uiteindelijke aard. Elke ervaring wordt gekenmerkt door vergankelijkheid (anicca), onbevredigendheid (dukkha) en geen afzonderlijk bestaan hebben (anatta). Je kunt deze kenmerken zien door te kijken naar ofwel plezier ofwel pijn.

Gerelateerd: 11 Voordelen van Liefdevolle Vriendelijkheid Meditatie

Vipassana en Metta Meditatie

In tegenstelling tot vipassana concentreer je je bij metta beoefening niet op de uiteindelijke aard van verschijnselen. Bovendien kies je een bepaald object van meditatie, namelijk de metta-zin, zoals “Moge ik gelukkig zijn.” Je houdt de zin in je hart, net zoals je iets breekbaars en kostbaars in je hand zou houden. Terwijl je elke zin koestert, steken onvermijdelijk afleidingen de kop op.

Je hoofd begint te jeuken of je knie begint pijn te doen of je begint te denken aan het telefoontje dat je niet hebt gepleegd. Wanneer je afgeleid bent, laat je de afleiding zo snel mogelijk achterwege en kom je terug bij de zin, het gekozen object van meditatie. Het kiezen van een bepaald object om op gefocust te blijven maakt van metta een concentratieoefening. Wanneer een andere ervaring opkomt, onderzoek je die niet, noteer je ze niet, of probeer je de veranderende aard ervan te zien.

Niettemin noem ik metta nog steeds “een stiekeme wijsheidspraktijk”, omdat mensen vaak een enorm inzicht hebben als ze metta doen. Omdat het een concentratiebeoefening is en je een gekozen meditatieobject hebt, blijf je je aandacht naar dat object terugleiden. Dit betekent dat je al het andere dat in je bewustzijn opkomt steeds weer loslaat. Dat moment van loslaten is heel leerzaam, omdat het je laat zien waar je aan vasthoudt.

Gerelateerd: Theravada Vipassana Practice

Laten gaan

De enige manier waarop je met gratie en gemak kunt loslaten, is wanneer je begint te begrijpen dat de afleiding, wat die ook moge zijn, de kenmerken heeft van anicca, dukkha en anatta. Je hoeft er dan niet tegen te vechten of er bang voor te zijn. In het moment van loslaten – zonder beoogde ontwikkeling van wijsheid – vind je wijsheid. Uiteindelijk is het krachtigste inzicht dat voortkomt uit metta beoefening natuurlijk het besef van niet-afgescheidenheid. Dat inzicht komt door het openen van je hart en door inclusief te zijn in plaats van exclusief.

Tijdens metta-meditatie zijn mensen verbaasd te ontdekken dat ze een vermogen tot liefdevolle vriendelijkheid hebben, zowel voor zichzelf als voor anderen. Als gevolg van onze conditionering in het verleden, vertrouwen velen van ons niet op ons vermogen om lief te hebben. Metta houdt een enorme opening en zuivering in van onze velden van intentie, die vervolgens onze vipassana beoefening en ons hele leven kunnen doordrenken. We ontdekken dat we inderdaad kunnen liefhebben en dat alles terugkomt op liefde.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg