De kop van dit exemplaar, geheel bedekt met huid en zeer goed bewaard gebleven, werd voor het eerst ontdekt in 2002. Nadat hij over de ontdekking had gehoord, voerde een poolreiziger met zijn team een expeditie uit om de resten uit de permafrost te halen. Een van de leden van het team was de Franse poolreiziger, “Mammoth-Hunter” Bernard Buigues, bekend voor het uitvoeren van expedities naar de Noordpool, Siberië sinds de jaren 1990. Er waren drie opgravingsreizen nodig om het Yukagir-fossiel te verzamelen en in elkaar te zetten. Hoewel mammoetresten geen zeldzaamheid zijn, zijn er maar weinig zo opmerkelijk als dit exemplaar.
De ontdekking van de Yukagir Mammoet, wordt beschreven als een van de grootste paleontologische ontdekkingen aller tijden, omdat het onthulde dat wolharige mammoeten temporale klieren hadden tussen het oor en het oog en de goed bewaarde overblijfselen van de Yukagir Mammoet, zoals de voet, laat zien dat de voetzolen veel scheuren bevatten die zouden hebben geholpen bij het vastgrijpen van ijzige oppervlakken tijdens de voortbeweging. Net als moderne olifanten waren wolharige mammoeten Paenungulata, wat betekent dat ze op hun tenen liepen en grote, vlezige voetzolen achter de tenen hadden. De Yukagir Mammoet toonde onder andere aan dat de soort leed aan spondylitis in twee wervels, en aan osteomyelitis die ook bekend is van enkele andere specimens. Verscheidene specimens hebben genezen botbreuken, waaruit blijkt dat de dieren deze verwondingen hadden overleefd.
In het permafrost graf van de Yukagir Mammoet bleven zijn kop, slagtanden, voorpoten, en delen van zijn maag en darmkanaal bewaard. Aan de hand van de botten en de enorme slagtanden konden de wetenschappers die zich naar de vindplaats spoedden (waaronder mammoetexperts Dick Mol en Larry Agenbroad) raden dat de wolharige mammoet een oud mannetje was dat bij leven meer dan 1 meter hoog was op de schouders en vier tot vijf ton woog. Bovendien konden wetenschappers ontdekken dat het hoofdbestanddeel van de laatste maaltijd van de Yukagir gras was, waaronder stengels van de familie Poaceae. Opmerkelijk is dat de stengels, net als veel bloemresten uit de mest, hun kleur en vorm hebben behouden sinds de wolharige mammoet ze ruwweg 22.500 jaar geleden uit de toendra scheurde. Op basis van de laatste maaltijd van de Yukagir Mammoet konden wetenschappers feiten ontdekken over de voorouders van de olifant en een milieu-reconstructie uitvoeren die het belang van schimmels aantoont in het proces van nutriënten-cyclus in de mammoet-steppe.
Op de bijeenkomst van de Wetenschappelijke Raad werd overeenstemming bereikt over de volgende soorten onderzoek:
- Geologisch en pedologisch onderzoek van de vindplaats, alsmede onderzoek naar het proces van fossilisatie;
- Onderzoek naar de uitwendige structuren van de mammoet, alsmede naar de inwendige structuren met gebruikmaking van niet-beschadigende methoden;
- Histologisch, cytologisch en genetisch onderzoek aan het zachte weefsel van de mammoet;
- Paleobotanische en paleoklimatologische analyse;
- Microbiologisch onderzoek aan de bodem en het inwendige van de mammoet.