Samenvatting: De zelfperceptietheorie beschrijft het proces waarin mensen, bij gebrek aan initiële attitudes of emotionele reacties, deze ontwikkelen door hun eigen gedrag te observeren en tot conclusies te komen over welke attitudes dat gedrag moeten hebben gedreven.

Oorsprongers en belangrijkste bijdragers: De psycholoog Daryl Bem ontwikkelde deze theorie van attitudevorming oorspronkelijk aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig.

Keywords: identiteit, perceptie, gedrag, houding, marketing, therapie

Zelfperceptie-theorie

Zelfperceptie-theorie is contra-intuïtief. De algemene kennis wil ons doen aannemen dat iemands persoonlijkheid en attitudes zijn daden sturen; de zelfperceptietheorie toont echter aan dat dit niet altijd het geval is. Eenvoudig gezegd, illustreert het dat “we zijn wat we doen.” Volgens de zelfperceptietheorie interpreteren we onze eigen daden op de manier waarop we de daden van anderen interpreteren, en onze daden zijn vaak sociaal beïnvloed en niet voortgebracht uit onze eigen vrije wil, zoals we zouden verwachten.

Experimenten met zelfperceptie

Daryl Bem, de bedenker van de theorie, voerde een origineel experiment uit met proefpersonen die luisterden naar een opname van een man die enthousiast een taak beschreef waarbij hij pinnen moest draaien. De ene groep kreeg te horen dat de man $1 betaald kreeg voor zijn getuigenis, terwijl de andere groep te horen kreeg dat hij er $20 voor betaald kreeg. De $1-groep geloofde dat hij meer van de taak genoot dan de $20-groep geloofde dat hij ervan genoot. De conclusies van de twee groepen kwamen overeen met de gevoelens die de acteurs zelf uitten. Omdat de deelnemers in staat waren correct te raden hoe de acteurs zich voelden, werd geconcludeerd dat de acteurs ook op basis van observatie van hun eigen gedrag moeten zijn gekomen tot hoe zij zich voelden.

Een aantal studies heeft sindsdien bevestigd dat zelfperceptie theorie bestaat, en ons bovendien beïnvloedt in vele onverwachte contexten. Tiffany Ito en collega’s voerden in 2006 een studie uit om te zien of gezichtsveranderingen verschuivingen in raciale vooroordelen bij deelnemers teweeg konden brengen. Deelnemers werd gevraagd een potlood met hun mond vast te houden (waardoor ze gingen glimlachen) terwijl ze naar foto’s van anonieme zwarte en blanke mannen keken. De resultaten toonden aan dat degenen die moesten glimlachen terwijl ze naar de zwarte proefpersonen keken, achteraf minder impliciete vooroordelen ten opzichte van zwarte mannen vertoonden dan degenen die moesten glimlachen terwijl ze alleen naar blanke proefpersonen keken.

Jeremy N. Bailenson, stichtend directeur van het Stanford University’s Virtual Human Interaction Lab, rapporteert over een studie waarbij deelnemers via een head-mounted display werden ondergedompeld in een virtuele omgeving. Sommige deelnemers keken naar een virtuele dubbelganger die identiek aan hen was, anderen keken naar de virtuele dubbelganger van iemand anders die aan het oefenen was, en weer anderen keken naar hun eigen dubbelganger die stilstond. Degenen die hun “zelf” zagen sporten, meldden een hoger geloof dat ze succesvol konden sporten, en meldden later in een follow-up vragenlijst dat ze bijna een uur langer hadden getraind dan de andere twee deelnemersgroepen. Bovendien werd in een vervolgstudie de groep deelnemers met zelfvertrouwen gevraagd om te sporten terwijl ze keken hoe hun virtuele avatar zichtbaar gewicht verloor voor elke minuut die ze trainden. Toen hen werd verteld dat ze het volgende half uur gebruik mochten maken van de oefenzaal, oefenden ze 10 minuten langer dan deelnemers in andere controlesituaties.

Huidige toepassingen

De zelfperceptietheorie leent zich om nuttig te zijn in therapie- of overtuigingsgerelateerde contexten.

Traditionele therapeutische benaderingen kunnen onaangepast gedrag en onaangepaste handelingen beschouwen als gemotiveerd door innerlijke psychologische problemen. Door gebruik te maken van de zelfperceptietheorie kunnen therapeuten de benadering volgen om eerst met het gedrag te beginnen om te resulteren in een verandering van attitudes, en uiteindelijk een meer blijvende verandering in gedrag. In één voorbeeld is deze benadering gebruikt om tieners gemeenschapswerk te laten doen, wat hun zelfbeeld positief verandert. Daardoor hebben zij minder kans op tienerzwangerschappen en ander riskant gedrag.

In de marketing- en overredingsindustrie heeft de zelfperceptietheorie geleid tot een verscheidenheid van tactieken die gebaseerd zijn op het verwerven van een kleine toezegging van een persoon die zal leiden tot een grotere kans dat de persoon zal instemmen met grotere verzoeken van de verkoper/marketeer. Dit is de basis achter de voet-in-de-deur tactiek, waarbij een verkoper een persoon om iets relatief kleins kan vragen, zoals het invullen van een vragenlijst, wat het gemakkelijker zou maken om de persoon om een grotere toezegging te vragen, omdat de handeling van het voldoen aan het kleine verzoek er waarschijnlijk toe zou leiden dat de persoon zijn zelfbeeld zou veranderen om zijn beslissing te verklaren (d.w.z. ik heb de vragenlijst ingevuld, daarom moet ik het soort persoon zijn dat van hun producten houdt).

Voor meer informatie, zie:

Roy F. Baumeister en Brad J. Bushman’s Social Psychology and Human Nature biedt een uitstekend breed overzicht van vele onderwerpen onder de tak van sociale psychologie, inclusief een primer op zelfperceptie.

  1. Bem, D. J. (1972). Zelf-perceptie theorie. Advances in experimental social psychology, 6, 1-62.
  2. Blascovich, J., Loomis, J., Beall, A. C., Swinth, K. R., Hoyt, C. L., & Bailenson, J. N. (2002). Immersive virtual environment technology as a methodological tool for social psychology. Psychological Inquiry, 13(2), 103-124.
  3. Yee, N., & Bailenson, J. (2007). Het Proteus-effect: Het effect van getransformeerde zelfrepresentatie op gedrag. Human communication research, 33(3), 271-290.

admin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

lg